Kampioenen uit Eindhoven

Kampioenen uit Eindhoven
8 min

In Eindhoven en omliggende dorpen kwamen niet veel voetballers ter wereld, die later langere tijd in het eerste elftal van PSV zouden spelen. Dit zijn de meest succesvolle spelers uit de stad. Zij werden allemaal minstens één keer afdelings- of landskampioen met de club. Wat blijkt? Vooral in 1951 drukken geboren Eindhovenaren een groot stempel op het succes van PSV.

Doelman
Jan Hunting
werd geboren in Nuenen, maar verhuist als kind naar de Frederiklaan waar hij samen met zijn broers Harry, Lambert en Frans zou uitgroeien tot een bekende PSV-familie. Allemaal halen zij het eerste elftal. Jan is een vrij kleine doelman en staat tussen 1917 en 1928 met wisselend succes onder de lat. Vaak moet hij kritiek van supporters op zijn geringe lengte aanhoren. Uitgerekend tijdens het kampioensseizoen 1928-1929 verliest hij zijn plaats aan Leo Boumans, al komt hij nog tot elf wedstrijden. In 1918 promoveert hij met PSV naar de tweede klasse en in 1921 en 1926 naar de eerste klasse.

Rechtsachter
Piet Bakers
breekt door tijdens de Tweede Wereldoorlog en zal veertien jaar voor PSV uitkomen. Hij staat aanvankelijk te boek als een snelle buitenspeler, maar gaat op advies van zijn trainer Jan van den Broek rechtsback spelen. In 1951 wordt hij met PSV landskampioen. Ook heeft hij met tien doelpunten een groot aandeel in de afdelingstitel van 1948 en viert hij als invaller die van 1954 en 1955. Bakers is een ras-PSV’er, die later vanaf 1968 ruim twintig jaar lang actief is als jeugdvoorzitter van de club.

Centrale verdediger
Adrie van Kraaij
speelt tussen 1971 en 1982 meer dan driehonderd wedstrijden voor PSV. Hij is een echte Eindhovenaar, wiens vader net als hij voor De Spechten uitkwam. Al op zijn vijftiende haalt Van Kraaij daar het eerste elftal. Bij PSV ontwikkelt hij zich tot een moderne, aanvallende libero die het spel van PSV onder trainer Kees Rijvers daarmee een extra dimensie geeft. Van Kraaij wordt drie keer landskampioen: in 1975, 1976 en 1978. Al die jaren speelt hij samen met zijn jeugdvriend Harry Lubse.

Centrale verdediger
Toon Wouters
is een bescheiden, harde en onverschrokken voorstopper, die acht jaar voor PSV uitkomt. Wouters wordt in 1951 landskampioen en verovert daarna ook de zuidelijke afdelingstitels in 1954 en 1955. Oorspronkelijk komt hij uit voor Brabantia en de overgang naar PSV wordt Wouters dan ook niet in dank afgenomen. In Strijp noemen ze hem een verrader en een overloper. Brabantia weigert mee te werken aan de overschrijving, zodat Wouters een jaar moet wachten alvorens hij zijn debuut kan maken.

Linksachter
Eug
ène Rensen woont heel zijn jeugd in de Gagelstraat en dus is de afstand tot het Philips Sportpark maar een paar honderd meter. Als kind droomt hij ervan om ooit in het eerste van PSV te mogen spelen. Op elfjarige leeftijd meldt hij zich aan bij de club. Vanwege de concurrentie met routinier Berend Scholtens verovert Rensen pas op zijn 22e een vaste plaats. In 1954 en 1955 wordt hij met PSV afdelingskampioen.

Rechtsmid
Driekske Klaassen
is de enige Eindhovenaar uit het elftal dat in 1929 de eerste landstitel behaalt. Hij werkt zijn leven lang als sigarenmaker en voelt er niets voor om bij Philips in dienst te treden. Door zijn onvermoeibare werklust groeit Klaassen uit tot een publiekslieveling. De middenvelder is al 29 jaar oud als hij in 1922 de overstap maakt van Sparta Gestel naar PSV. En hij is bijna 36 als het kampioenschap kan worden gevierd. Klaassen reageert woedend als hij het seizoen daarna buiten de boot valt.

Centrale middenvelder
Het geboortehuis van Phillip Cocu staat aan de Kempensebaan in Eindhoven. Doordat zijn vader werk vindt in Gelderland en later Noord-Holland komen de voetbaltalenten van Cocu tot wasdom bij De Graafschap en AZ ’67. Via een omweg (Vitesse) belandt hij bij PSV. De veelzijdige middenvelder leidt de ploeg naar de landstitel in 1997 en doet dat na zijn terugkeer uit Barcelona nog driemaal in 2005, 2006 en 2007. Ook als trainer van PSV wordt Cocu in korte tijd (2015, 2016 en 2018) drie keer kampioen van Nederland.

Eindhovenaar Phillip Cocu als speler en coach uiterst succesvol PSV'er Eindhovenaar Phillip Cocu als speler en coach uiterst succesvol PSV'er

Linksmid
Van alle middenvelders heeft Ad van Tuijl de langste staat van dienst. Hij speelt tussen 1942 en 1958 liefst zestien jaar in het eerste elftal. Van Tuijl wordt één keer landskampioen (1951) en viert tevens de afdelingstitels van 1948, 1954 en 1955. Hij staat bekend om zijn tactisch inzicht en een prachtige trap met het linkerbeen. Van Tuijl is de man die splijtende steekpasses verstuurt om de topschutters Coen Dillen en Piet Fransen op het spoor van een doelpunt te zetten.

Rechtsbuiten
Frans Hunting
is een van de sterspelers uit de gouden jaren dertig. Hij speelt doorgaans als rechtsbuiten of rechtsbinnen in een 3-2-5-systeem. Hunting is al vanaf zijn jongste jaren lid van PSV en woont aan de Frederiklaan. Hij geldt als een technisch begaafde en veel scorende speler. In de vijftien jaar dat Hunting in het eerste elftal speelt, wordt hij liefst zeven keer afdelingskampioen: in 1931, 1932, 1933, 1935, 1937, 1938 en 1941. Alleen in 1935 leidt dat tot een nieuwe landstitel.

Spits
Coen Dillen
belandt al op jonge leeftijd bij PSV, maar sluit zich na de oorlog opnieuw aan bij de katholieke rivaal Brabantia waar hij opgroeide. Op zijn 22e kiest hij toch weer voor PSV. Zijn schutterskwaliteiten leveren hem de bijnaam Het Kanon op. In twaalf jaar tijd (tussen 1949 en 1961) maakt Dillen liefst 288 doelpunten in 328 competitiewedstrijden. Hij wordt kampioen in 1951, 1954 en 1955. In het seizoen 1956-1957 vestigt Dillen zijn fameuze record door met 43 doelpunten topscorer van de Eredivisie te worden. Dat record staat nog altijd.

Linksbuiten
Harrie Lubse
geldt in de jaren zeventig als een allround-spits, die niet alleen gemakkelijk scoort, maar ook een echte teamspeler is die zich weet op te offeren voor de grote vedetten van het team. Dat gaat niet ten koste van de waardering die trainer Kees Rijvers voor hem heeft, want Lubse kan in de kampioensjaren 1975, 1976 en 1978 te midden van vedetten als Willy van der Kuijlen en Ralf Edström altijd rekenen op een basisplaats. Net als Adrie van Kraaij geniet Lubse zijn opleiding bij De Spechten.

Harry Lubse in zijn tijd als speler van PSV Harry Lubse in zijn tijd als speler van PSV

Niet vergeten
Kees van der Leij maakt achttien wedstrijden deel uit van de ploeg die in 1933 de afdelingstitel pakt. Harrie Trines wordt in 1941 en 1948 zuidelijk kampioen met PSV. Frans Roosendaal kent als linksbuiten een korte loopbaan bij PSV. In 1941 wordt hij afdelingskampioen en tijdens de oorlog raakt hij uit beeld. Later speelt hij nog twee wedstrijden mee in het kampioensjaar 1951. André Maassen is de vaste rechtsback van de ploeg uit 1948 en viert als invaller ook de afdelingstitels in 1938 en 1941. Harry van Elderen behoort tot de grootste PSV’ers uit de jaren veertig en vijftig. Op zestienjarige leeftijd maakt Van Elderen zijn debuut, waarna hij bijdraagt aan de afdelingstitels in 1941, 1951 (tevens landskampioen), 1954 en 1955.

De vlijtige rechtermiddenvelder Cor van de Molengraft heeft een vaste plek in de kampioensteams van 1951 en 1954. Theo Buenen maakt deel uit van het elftal dat in 1955 kampioen wordt in een van de vier eerste klassen die het betaalde voetbal dan rijk is. Jan Renders maakt als rechtsback deel uit van het elftal van 1963. Jan Louwers is jarenlang sterspeler van EVV Eindhoven en stapt vervolgens over naar PSV. In 1963 wordt hij landskampioen. Lambert Maassen scoort in 1963 tijdens de kampioenswedstrijd tegen Ajax, maar het aantal gespeelde duels blijft beperkt tot negen.

Frans van Rooij is in 1986 goed voor zeven doelpunten en viert de titel van 1987 voornamelijk als invaller. Eric Viscaal speelt elf wedstrijden in de basis en maakt negen invalbeurten tijdens het kampioensjaar 1988. Patrick Lodewijks komt tot tien wedstrijden in 1989 en viert als invaller ook de landstitels van 1988 en 2000. Twan Scheepers kan dezelfde cijfers overleggen in het kampioensjaar 1991. Ook in 1992 wordt hij kampioen met PSV. Ernest Faber wordt kampioen in 1997 (invaller), 2000, 2001 en 2003. De verdediger ondervindt altijd weer concurrentie, maar komt toch tot een groot aantal wedstrijden. Otman Bakkal komt op elfjarige leeftijd bij PSV terecht en heeft met acht doelpunten een groot aandeel in de landstitel van 2008.

Otman Bakkal werd in 2008 kampioen met PSV Otman Bakkal werd in 2008 kampioen met PSV