De geschiedenis van PSV

Oorsprong

De Philips Sport Vereniging is officieel opgericht op 31 augustus 1913, als sportvereniging voor en door medewerkers van Philips. Het is het feestelijke einde van een groot Philips sportfeest ter gelegenheid van honderd jaar Nederlandse onafhankelijkheid. Er kunnen verschillende sporten beoefend worden. Voetbal is er één van.

Drie jaar eerder, op 12 december 1910, wordt de basis gelegd voor wat uit zal groeien tot de huidige voetbalclub PSV. Werknemers van Philips richten dan het Philips Elftal op. Dit elftal speelt begin 1911 zijn eerste wedstrijd aan de Frederiklaan. Het is exact de locatie waar nu het Philips Stadion staat. Een unicum in Nederland. De vijfjarige Frits Philips, die later uitgroeit tot clubicoon, verricht de aftrap van de wedstrijd tegen Hollandia uit Woensel.

Het elftal sluit zich op 22 oktober 1913 aan bij de Philips Sport Vereniging, maar behoudt de eigen naam tot 31 oktober 1916. PSV blijft in de beginjaren een club voor personeelsleden van de N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken. Pas in 1928 mogen mensen van buiten het bedrijf bij PSV sporten.

De voetbalafdeling van PSV speelt dan al sinds 1914 in de Nederlandse competitie en is in minder dan tien jaar tijd opgeklommen tot de hoogste klasse van het Nederlandse voetbal. Vanaf 1926 speelt de club onafgebroken op het hoogste niveau. In 1955 wordt in Nederland het betaald voetbal ingevoerd en kort daarna is PSV de eerste Nederlandse deelnemer aan de Coupe Européenne, de voorloper van de huidige UEFA Champions League.

Successen

PSV verovert al voor de invoering van het betaald voetbal meerdere prijzen. De inmiddels indrukwekkende erelijst begint in 1929. PSV wordt voor het eerst kampioen van Nederland. De eerste landstitel in het betaald voetbal wordt behaald in 1963, door een 5-2 overwinning op Ajax. Naast 24 landstitels, elf nationale bekers en veertien Super Cups, vestigt PSV zijn naam ook buiten Nederland. Vanaf 1974 speelt de club onafgebroken in Europees verband. Het eerste hoogtepunt is de winst van de UEFA Cup in 1978 onder aanvoering van Willy van der Kuijlen. Het is het begin van een nieuwe periode voor de club. Vanaf dat moment wordt er gebouwd aan een team dat in de jaren tachtig met veel internationale topspelers zijn hoogtepunt bereikt. Tussen 1986 en 1992 wordt PSV zes keer landskampioen en wint het drie keer de KNVB beker.

Het Gouden Jaar | 1987-1988
Het absolute hoogtepunt in de clubgeschiedenis is het seizoen 1987-1988. Onder leiding van trainer Guus Hiddink wint PSV de Europa Cup I. De finale is in Stuttgart tegen Benfica. De wedstrijd wordt beslist door het nemen van strafschoppen. Doelman Hans van Breukelen stopt de beslissende strafschop van António Veloso en PSV mag zich de beste club van Europa noemen. Het is de kroon op het meest succesvolle seizoen in de clubhistorie. Naast de grootste prijs in het Europese voetbal wint de club namelijk ook de landstitel en de KNVB beker. Het is dan ook met recht het gouden jaar in de clubhistorie.

Kraamkamer voor sterren

Het succes geeft de internationale uitstraling van PSV een enorme boost. Vanaf dat moment komen grote talenten in het mondiale voetbal naar Eindhoven om zich te ontwikkelen tot de groten der aarde. Dat begint met de Brazilianen Romário en Ronaldo. Beiden worden binnengehaald op basis van eigen scoutingsactiviteiten en groeien uit tot wereldtoppers. De lijst met internationale topspelers die daarna bij PSV voetballen en voetbalden is lang. Cocu, Van Nistelrooy, Robben, Van Bommel, Alex, Gomes, Farfán, Mertens, Wijnaldum, Guardado, Xavi, De Jong, Lozano: het is een greep uit de vedetten die onderdeel zijn van de rijke historie van de club.

Een decenium geleden besloot PSV de inversteringen in haar eigen Academy te intensiveren. De club omarmde haar status als kraamkamer voor sterren en besloot er een succesformule van te maken. Topspelers als Afellay, Memphis, Malen, Madueke en Gakpo zijn allemaal gekneed op PSV Campus De Herdgang. In 2013-2014 voegde Jong PSV, naast een aantal andere Jong-ploegen, bij de Eerste Divisie. Sindsdien komen de talenten van PSV vroegtijdig in aanraking met het profvoetbal. De stap naar de A-selectie werd kleiner. Iets wat er mede toe heeft geleid dat een steeds groter deel van de hoofdmacht uit zelf opgeleide spelers bestond en bestaat.

Mister PSV

Geen enkele speler zal de prestaties van Van der Kuijlen bij PSV ooit evenaren. De spits is en blijft voor altijd topscorer van PSV en de Eredivisie. 308 keer maar liefst schiet de Helmonder raak in het shirt van PSV, een ongekend aantal. achttien seizoenen lang, 528 competitiewedstrijden, draagt hij het rood-wit van PSV, wat hem met recht de titel ‘Mister PSV’ oplevert. Een eretitel die Van der Kuijlen, de bescheidenheid zelve, ook na zijn actieve loopbaan met verve draagt, eerst als jeugd- en assistent-trainer en later als scout en clubicoon. Nooit voelt Skiete Willy, uiteraard ook Lid van Verdienste van PSV, zich ergens te groot voor. Zijn belangrijkste handelsmerk blijft voor altijd kappen, schieten, scoren, vooral heel veel scoren; Willy van der Kuijlen is voor altijd Mister PSV.

'De mooiste kleur is die van gras.'

Van der Kuijlen groeit op in Helmond, waar hij al op jonge leeftijd furore maakt in het eerste elftal van HVV. In 1963 - 1964 vestigt Van der Kuijlen zijn naam door 31 keer te scoren in 26 wedstrijden voor de eersteklasser. In huize Van der Kuijlen is men al langer overtuigd van het talent van Willy. Zijn vader gebiedt hem om zijn opleiding tot tegelzetter te laten voor wat het is en te proberen zijn geld te verdienen als profvoetballer, iets wat in die tijd nog geen uitgemaakte zaak is. PSV wil hem een seizoen eerder al hebben, maar na zijn doelpuntendrift voor de Helmondse amateurs is men in het Philips Stadion helemaal overtuigd. Heel Nederland wil ‘het Brabantse voetbalwonder’ aan zich binden, maar hij kiest uiteindelijk voor PSV.

Frits Philips

‘Meneer Frits’ loopt als een rode draad door de geschiedenis van PSV. Als vijfjarige verricht Frits Philips (van 16 april 1905) in 1911 de aftrap bij de eerste wedstrijd van het Philips Elftal, de voorloper van het huidige PSV. Hij was de zoon van medeoprichter dr. Anton Philips en overleed in 2005 op 100-jarige leeftijd. Tot die tijd maakte hij de rijke historie van dichtbij mee. Hij was op 31 augustus 1913 aanwezig bij de officiële oprichting en was zijn hele leven lang actief betrokken bij de club als supporter.

Legendarisch
Meneer Frits is in menig opzicht legendarisch; hij was de laatste Philips in de top van het bedrijf. Al op zijn 25e, na het behalen van het diploma werktuigbouwkundig ingenieur, gaf vader Anton hem als bedrijfsleider volop bestuursverantwoordelijkheid. Eerst als assistent bedrijfsleider, later als bedrijfsleider. In de Tweede Wereldoorlog kreeg hij door omstandigheden als nauwelijks 35-jarige de leiding over de Philips-fabrieken in bezet gebied. Zijn vader en de hele staf hadden hun toevlucht gezocht tot Engeland. Frits wilde zijn personeel niet in de steek laten. In 1941 onstond er een spontaan maar massaal volksfeest rond het 75-jarig jublieum van Philips. Het was niet de eerste keer dat Frits tegen de Duitsers inging. De bezetters bedreigden hem meerdere malen met de dood, omdat hij te weinig wilde meewerken. Hij belandde zelfs in het gevang, kwam vrij, maar moest al snel onderduiken tot aan de bevrijding van Eindhoven in september 1944. Vanaf 1961 hij tot zijn pensionering in 1971 was Frits het gezicht van de multinational. Daarna was hij tot 1977 president-commissaris.

Betrokkenheid
Door zijn betrokkenheid bij de stad Eindhoven en zijn gemakkelijke omgang met mensen uit alle lagen van de bevolking groeide hij uit tot een icoon van de stad, waarvan hij Ereburger werd. Op 16 april 2005 vierde heel Eindhoven zijn honderdste verjaardag. Daaruit bleek eens te meer hoe populair hij was onder de PSV-supporters, stadsbewoners en (oud) Philipsmensen.
Frits Philips beleefde als supporter achttien landstitels van PSV. Zijn laatste was in 2005, in de zomer voor zijn overlijden. Na de uitreiking van de kampioensschaal liep aanvoerder Mark van Bommel de tribune op om de schaal met het clubicoon te tonen aan het publiek. Een memorabel moment in de geschiedenis van de club en Meneer Frits. Later dat jaar, op 5 december, overleed hij op zijn landgoed De Wielewaal. In 2007 werd op de Markt in Eindhoven een prachtig standbeeld onthuld van Meneer Frits.