Onze Helden | Ruud Gullit

Onze Helden | Ruud Gullit
6 min

In de rubriek ‘onze helden’ lees je elke maand over de grootste idolen van de club. Wie zijn deze helden en wat hebben zij voor de club betekend? Met deze maand: Ruud Gullit. De middenvelder wordt al snel gelinkt aan zijn herkenbare rastakapsel, maar ook als voetballer sprong hij in het oog. Met zijn ongekende techniek, atletisch vermogen en veelzijdigheid op het veld groeide hij uit tot een van de beste voetballers ter wereld.

Ruud werd geboren in Amsterdam, waar hij bij ASV Meerboys begon met voetballen. Later speelde hij voor DWS, om in het begin van seizoen 1978-1979 de overstap te maken van het Amsterdamse amateurvoetbal naar HFC Haarlem, destijds nog Eredivisieclub. Als fysieke jongeling viel Ruud al snel op en als 16-jarige maakte hij zijn Eredivisiedebuut voor het eerste elftal, tegen MVV Maastricht.

Jong talent
In zijn debuutseizoen 1979-1980 speelde hij 24 wedstrijden voor HFC Haarlem, maar degradeerde uit de Eredivisie. In het volgende seizoen, in de Eerste Divisie, kwam hij maar liefst 36 wedstrijden in actie voor de club, waarin hij 14 keer tot scoren kwam. Ruud had een groot aandeel in het kampioenschap van HFC Haarlem in 1980-1981, toen de club weer promoveerde naar het hoogste niveau. Ruud werd na afloop van dat seizoen beloond met de prijs van beste voetballer van de Eerste Divisie en maakte daarnaast op zijn 19e verjaardag zijn debuut in het Nederlands Elftal.

Zijn rentree in de Eredivisie werd voor Ruud een seizoen waarin hij andermaal zou uitblinken. Hij scoorde veertien keer, HFC Haarlem eindigde als vierde en plaatste zich voor het eerst in de clubhistorie voor Europees voetbal. Ruud verhuisde in 1982 van HFC Haarlem naar Feyenoord.

Prijzen in Rotterdam
Gullit kende een goed eerste seizoen bij Feyenoord door 33 wedstrijden te spelen en te laten zien een belangrijke schakel te zijn, maar zijn campagne in het seizoen 1983-1984 werd er een met een gouden randje. Met Johan Cruijff als aanvalspartner won Ruud de dubbel (landskampioenschap en de KNVB beker), speelde hij zijn eerste Europese wedstrijden en werd hij, inmiddels omgeturnd tot aanvallende middenvelder, verkozen tot Nederlands voetballer van het jaar. Na een derde seizoen waarin hij voornamelijk geblesseerd was, maakte hij de overstap naar PSV. Nog een glansrijke periode zou volgen.

Succes in Eindhoven
In de seizoenen 1985-1986 en 1986-1987 droeg Ruud het shirt van PSV. Hij scoorde respectievelijk 24 en 22 doelpunten en behaalde 2 landstitels in een voor de club iconische periode: tussen 1986 en 1992 kroonde PSV zich 6 keer tot landskampioen. Ruud werd bij PSV wederom verkozen tot Nederlands Voetballer van het Jaar. Bij de club speelde hij destijds samen met als Ronald Koeman, Gerald Vanenburg en Ivan Nielsen; grote namen in de clubhistorie. Hij verdiende een transfer naar grootmacht AC Milaan, waar hij met Marco van Basten en boezemvriend Frank Rijkaard samen kwam te spelen.

Gouden Italiaanse jaren
Samen met Rijkaard en Van Basten vormde Ruud het zogeheten ‘gouden trio’ in Milaan. Hier fungeerde Gullit aan de rechterflank of als centrumspits, waar zijn kwaliteit goed aan het licht kwam. Ook hier wist Ruud meerdere prijzen in de wacht te slepen: naast drie landstitels, drie Italiaanse bekers en twee keer de UEFA Champions League, werd hij ook eenmaal Europees voetballer én kreeg hij drie keer de Gouden Bal voor wereldvoetballer van het jaar. Aan het eind van het seizoen 1992-1993, waar hij voor de derde keer kampioen was geworden van de Serie A, maakte hij een binnenlandse transfer.

Met het logo van het eveneens Italiaanse Sampdoria op zijn borst wist de Nederlandse ook te imponeren. Met Ruud Gullit als talisman eindigde Sampdoria als derde op de Serie A-ranglijst. Met zestien competitietreffers was dat zijn meest productieve seizoen in Italië. Ruud plaatste zich ook voor de bekerfinale, waar Sampdoria aftrapte tegen zijn oude ploeg AC Milan. Uitgerekend Gullit maakte het winnende doelpunt. AC Milan legde Ruud vervolgens wederom vast, voor het seizoen 1994-1995. In zijn tweede periode bij de club won hij er opnieuw de Italiaanse Supercup. Na weinig optredens keerde hij halverwege het daaropvolgende seizoen terug naar Sampdoria, waar hij meer dan twintig keer werd opgesteld en acht keer scoorde.

Laatste avontuur in Londen
Na acht jaar actief te zijn geweest onder de Italiaanse zon vertrok de 32-jarige Ruud naar Engeland. Bij Chelsea FC fungeerde hij in twee seizoenen achter elkaar speler-trainer. In 1997 won hij met ‘The Blues’ de FA Cup, zijn enige trofee in Londen. Uiteindelijk werd hij in 1998 als trainer ontslagen bij Chelsea en hing hij zijn voetbalschoenen aan de wilgen.

Legende in Oranje
Zoals benoemd debuteerde Ruud op 19-jarige leeftijd voor het Nederlands elftal. Toen stond hij nog onder contract bij HFC Haarlem, maar in zijn periode als AC Milaan-speler maakte hij de mooiste momenten mee als Oranjeleeuw. Zo maakte de middenvelder vijf doelpunten in de kwalificatiewedstrijden waarmee Nederland zich wist te plaatsen voor het EK van 1988 in West-Duitsland. Met de aanvoerdersband om zijn arm speelde hij een indrukwekkend toernooi met Oranje, en wist zich te plaatsen voor de finale door met 2-1 te winnen van West-Duitsland in de halve finale. Die finale zal bij veel Oranjesupporters in het geheugen gegrift staan: deze werd met 2-0 gewonnen van de Sovjet-Unie, met Ruud als maker van het openingsdoelpunt. Het is tot dusver het enige internationale eindtoernooi dat Nederland wist te winnen. Ruud kwam als international nog op het WK van 1990 en het EK van 1992 uit. In totaal speelde hij 66 wedstrijden in Oranje, waarin hij 17 keer tot scoren kwam.

Ruud Gullit werd in december als achttiende PSV-icoon opgenomen in de 'Walk of Fame' van de club, bij en in het Philips Stadion.