Cody Gakpo, PSV's 'MVP'

Cody Gakpo, PSV's 'MVP'
12 min

Sinds het vertrek van Steven Bergwijn is Cody Gakpo uitgegroeid tot PSV's 'Most Valuable Player'. Met zeven goals en zes assists is de aanvaller op dit moment de meest waardevolle speler op basis van statistieken. De droom van bijna ieder Eindhovens jongetje.

Het is hoogzomer als Cody Gakpo in het Philips Stadion zijn handtekening zet onder een nieuwe verbintenis, die hem nog jaren aan PSV verbindt. Een paar dagen nadat hij voor zijn eerste Europese treffer heeft getekend. In het Philips Stadion. Waar anders, zou je bijna zeggen. “Hier moet je luisteren”, zegt Gakpo terwijl hij zijn smartphone op de tafel in de ruimte van Technisch Manager John de Jong legt. “Ik kreeg deze van de week opgestuurd van een aantal fans.” Gakpo zet een geluidsfragment op zijn telefoon aan. 

Jalalalalalalalalalalalala
Jalalalalalalalalalalalala
Geboren met een rood-wit hart
Eigen jeugd uit eigen stad
Cody Gakpo Eindhovenaar

Hij straalt. “Mooi toch?”

Droom
Gakpo leeft de droom van nagenoeg iedere voetballende Eindhovenaar van pak ‘m beet een jaar of tien. Op zijn zesde wordt hij door PSV uitgenodigd voor een stage. Of beter gezegd, een serie aan proeftrainingen. Het zijn de jaren dat Ibrahim Afellay en Ismaïl Aissati zich steeds nadrukkelijker profileren en presenteren aan de supporters in het Philips Stadion. Van Afellay, het kroonjuweel van de jeugdopleiding in die tijd hangt een poster op Cody’s jongenskamer aan de muur. Ooit hoopt hij in zijn voetsporen te treden.

Zover is het dan nog lang niet. Bewijzen is wat Gakpo moet en hij slaagt glansrijk. Gakpo wordt opgenomen in de jeugdopleiding en voetbalt zich al in de F’jes (het is dan 2008) naar zijn eerste kampioenschapje. Saillant detail, in dat team speelt hij al samen met Armando Obispo en Jordan Teze, die later net als Gakpo zelf óók de A-selectie zullen halen. In de E’tjes valt de potentie van de jonge Eindhovenaar al op bij zijn trainers. Gakpo krijgt de aanvoerdersband, wordt nog eens kampioen, wint toernooien en mag keer op keer door naar een volgend jaar in de jeugdopleiding van PSV. ‘Ik mag blijve bij psv YES’, tweet hij in mei 2011. Het is één van de laatste tweets die hij zal sturen. 

Popgesprek
“Ik was toen twaalf jaar oud volgens mij”, blikt Gakpo acht jaar later terug “en drie of vier keer per jaar hadden we een gesprek over de ontwikkeling. Volgens mij heette het een Popgesprek, of zoiets. In het laatste gesprek kreeg je steevast te horen of je over mocht naar het volgende jaar. En dat jaar had ik het moeilijk. Het was een beetje kantje boord voor mij. Door mijn gedrag buiten het veld en soms had ik ook wat kleine conflictjes. Gelukkig mocht ik tóch blijven.”

Voetballen doet hij niet alleen op de huidige Academy aan de PSV Campus. Zijn broer Sydney geldt in Stratum als één van de grotere talenten en speelt als Cody zelf tegen een bal begint te trappen in de jeugdopleiding van stadgenoot FC Eindhoven. Uren, dagen, weken, misschien zelfs maanden oefenden ze samen. “Dan gingen we naar RPC, een voetbalclub bij ons in de buurt of de velden Eindhoven amateurs (daar waar Cody als kleine jongen voor het eerst tegen een bal schoot, red.) om te trappen. Het was bijna het enige wat we deden”, aldus Gakpo.

‘De Edison’
Toen hij oud genoeg was maakte Sydney steeds vaker plaats voor vriendjes op de pleintjes. Veldjes zoals die waar hij vandaag is in Oud-Woensel, ‘De Edison’, noemt Gakpo het terrein op een steenworp afstand van de plek waar Cody ooit hoopte te gaan schitteren. “Hier kwam ik vanaf mijn veertiende zo’n twee keer per week. Lag er een beetje aan hoe vaak we trainden”, zegt de PSV-aanvaller, op het dan nog verlaten veldje. “Als het Ramadan was, was het hier superdruk. Nog leuker dan op een gemiddelde woensdag of zaterdag. Op sociale media werd gezet: om deze tijd hier, voetballen en dan gingen we.”

Wat ze deden? “Gewoon om met z’n allen voetballen. Vier tegen vier, vijf tegen vijf, winnaar bleef staan. Vaak voor de lol, soms ook voor geld. Dan ging het er hard aan toe, joh. Niemand die wilde verliezen, echt niet. Er zaten weleens een paar dagen tussen dat we op gegeven moment zelf maar van het veld stapten om anderen te laten spelen of om even te rusten, maar ik won ook niet altijd met mijn team hoor. Er zijn echt veel goede voetballers op straat.”

Streetwise
In Woensel, Stratum, Strijp, Tongelre, eigenlijk overal waar hij kwam werd Gakpo streetwise. Op de veldjes midden in de wijk maakte het niet uit waar je vandaan kwam, welk milieu je ouders en dus ontegenzeggelijk ook jijzelf vertegenwoordigde. Of dat je in de B5 van Brabantia speelde of de B1 van PSV. Het zijn regels die nog altijd gelden. Op Gakpo’s Edisonveldje voetballen naar verloop van tijd ook deze middag kinderen van verschillende komaf samen. Jongens én meisjes. Eerst nog met een plastic bal van de buitenschoolse opvang, later met een PSV-bal die Cody aan het groepje bestaande uit vier jongens en drie meisjes cadeau doet.

“Hier mogen jullie hebben in ruil voor die slechte”, zegt Cody als hij de bal die hij zelf meenam aanbiedt aan het groepje van zeven. De kinderen zijn even verwonderd als opgewekt. “Echt niet”, roept een donker jochie met krullen. “Jawel, geen grap deze is van PSV, veel fijner”, antwoordt Cody. Het brutaalste knaapje durft het wel aan. “Oké is goed”, zegt hij voordat hij de bal van Cody aanneemt. Tien tellen later rennen ze allemaal achter het PSV-leer aan. “Waar ben jij van dan?”, roept de krullenbol een paar minuten later. “PSV, man”, antwoordt Cody. Heel even vult het veldje zich met verbazing. “Echt?”, vraagt het jochie. “Ja”, zegt Cody “PSV.” “Cool.” En dan voetballen de zeven weer vrolijk verder. De wetten van de straat gelden nog steeds.

Ari
Ondertussen heeft ook een vriend van Gakpo zich bij het gezelschap gevoegd. “Aangenaam, noem me maar Ari”, zegt een donkere man met zware stem en verzilverde tand terwijl hij wat handen schudt. “Hij was in de buurt en we gaan zo wat eten. Is geen probleem toch?”, vraagt Gakpo die later ook vertelt dat Ari en hij vroeger al samen op dit pleintje te vinden waren. “Vooral in de zomer was het heerlijk om hier te staan”, zegt Ari. “Verderop staken studenten hun barbecues aan en wij voetbalden met een man of twintig hier.”

“Ik was eigenlijk vaak wel buiten”, haakt de aanvaller zelf in. “Al toen ik jonger was en op de basisschool zat. Meestal wel met een voetbal. Dan speelden we op het schoolplein of op een veldje bij mij in de buurt in Stratum. Pas later zijn we wat verder weg gaan voetballen, zoals hier. Via je de telefoon spraken we dan af met andere jongens uit Eindhoven. Ze kwamen uit Woensel of Strijp en sommigen uit Stratum zoals ik. In appgroepjes of thuis werden de teams al gemaakt en dan was het van drie uur ’s middags tot negen uur ’s avonds alleen maar voetballen, voetballen, voetballen.” Weer vult Ari aan: “Op een gegeven moment werd er met de buurt afgesproken dat we niet later dan negen uur door zouden gaan, zodat de mensen ook nog wat rust hadden. We waren geen kwajongens hoor, we wilden gewoon voetballen.”

Shirts
“Op straat droeg ik altijd shirts van de toplanden. Brazilië, Argentinië, Nederland, Duitsland, Spanje en enkele Afrikaanse teams. Togo natuurlijk”, zegt Gakpo daarna. Dat laatste land is minder opmerkelijk dan in eerste instantie doet vermoeden. Togo is het land van vaders afkomst. “Mijn vader en moeder hebben elkaar ooit ontmoet toen mijn vader in Togo voetbalde. Het fijne weet ik er ook niet van, maar wel dat hij ooit naar Frankrijk verhuisde. Ze hebben altijd contact gehouden. Ook toen dus en om bij mijn moeder te kunnen zijn is mijn vader vanuit Frankrijk naar Nederland gekomen.”

Eindhoven was uiteindelijk de plek waar het stel settelde en kinderen kreeg. Sydney, Cody en Duuk, in die volgorde. Sport speelde een centrale rol in het gezin. Vader Johnny voetbalde in Togo op het hoogste niveau en speelde zelfs een interland. Zijn moeder Ank was naast lerares op een middelbare school Nederlands rugby-international. Dat Sydney en Cody later de jeugdopleiding van een BVO zouden halen is eerder logisch dan een toeval. Dat de middelste van het gezin het daarin goed doet ook.

Twijfel
“Twijfel heb ik nooit echt gehad”, beaamt Gakpo gevraagd naar zijn jaren in de jeugd bij PSV. Dan volgt toch een lichte aarzeling. “Ofja… Natuurlijk heb ik moeilijkere periodes meegemaakt. Een langdurige blessure bijvoorbeeld, als eerstejaars A-speler. En natuurlijk zat ik dan weleens thuis op de bank in mijn hoofd te malen: kut man, ga ik het wel redden… Stel je komt niet zo goed terug… Maar uiteindelijk moet je ook vertrouwen houden dat het wél goed komt. Waarom zou het niet goed komen? En dat kwam het. Soms klikte ik wat minder met een trainer. Ook dat is lastig, maar het zijn dingen die iedere jeugdspeler meemaakt. En ook waar je van leert.”

In de zomer van 2017 mag hij zich voor het eerst aan de profkant van De Herdgang melden. “De trainer (Mark van Bommel, red.) was toen nog mijn coach bij PSV onder 19 en hij belde mij dat Phillip Cocu (toenmalig hoofdcoach, red.) me aan zijn selectie had toegevoegd voor het oefenduel met RKC in de voorbereiding. Ik zat op de scooter, dat weet ik nog goed. Ik ging net m’n broertje Duuk ophalen bij school. Hij was de eerste aan wie ik het nieuws kon vertellen. Toen ik thuis kwam heb ik het verteld aan mijn ouders. Apetrots waren ze natuurlijk, maar ook reëel. We hebben niets speciaals gegeten of gedaan.”

Bewijzen
“Volgens mij was dat op een vrijdag”, vervolgt Gakpo. “Een dag later zou ik meereizen naar Waalwijk. ’s Ochtends trainden we eerst hier, nog op het oude kunstgrasveld dat inmiddels is vervangen. ’s Middags was de wedstrijd. Ik viel in en daarna ging ik direct voor het eerst mee op trainingskamp naar Verbier. Het gevoel was heel dubbel. Natuurlijk, ik was superblij dat ik PSV 1 had gehaald. Mijn droom. Maar aan de andere kant dacht ik direct: hey, ik wil me wel bewijzen. Je schiet al snel in de modus die je al je hele voetballeven hebt. Trainen, bewijzen, je best doen. Ik wilde laten zien dat ik recht had op een plek in het eerste van PSV.”

De entree in het betaald voetbal vindt later dat seizoen plaats. In de luwte, maar toch tamelijk spectaculair. Gakpo mag zich vanaf kalenderjaar 2018 bewijzen bij Jong PSV. Het toeschouwersaantal varieert van enkele honderden tot een paar duizend, maar hij doet dat met verve. In 26 wedstrijden scoort de buitenspeler liefst 17 keer. “Als je zo jong al begint met een opleiding tot profvoetballer, voelt de voetbalcultuur als normaal. Ik heb niet het gevoel dat ik veel heb gemist op het gebied van stappen bijvoorbeeld. De vrienden die ik had, voetbalden ook. Het was school, trainen en buitenspelen als het kan. En als het niet kan, was het weer trainen. Ik heb nooit gedacht: shit, ik mis dit feestje, nee echt nooit. Als je dit leven eenmaal zo gewend bent, is het niet speciaal als iets niet kan. Ik ben eerder dankbaar dat ik dit mag doen. De club heeft me zo ongeveer gemaakt tot wie ik nu ben. Goed toch voor de fan die ik stiekem ook ben?”

Stiekem? Gakpo lacht. “Nee niet stiekem. Ik kom hier vandaan. Als PSV kampioen werd, stond ik tijdens de rondrit met de platte kar langs de kant. Ik heb ook op het stadhuisplein gestaan, natuurlijk. Wij hadden geen seizoenkaarten thuis, maar als mijn vader kaartjes kon krijgen dan gingen we samen naar het stadion. In de F’jes gingen we weleens met het hele team naar de Champions Leaguewedstrijden.” Toen nog dromend van een loopbaan als Afellay. Inmiddels is Cody Gakpo zelf de droom van een talentje uit Stratum, Woensel of Strijp.

Dit verhaal stond eerder dit jaar in PSV Magazine