Willy is altijd gewoon Willy gebleven

Willy is altijd gewoon Willy gebleven
11 min

Eind 2016, kort voor zijn 70e verjaardag blikte Willy van der Kuijlen in eetcafé De Verlenging terug op een halve eeuw bij PSV. Als aanvoerder won hij in 1978 de UEFA Cup met PSV. Daarom een herplaatsing van het interview met Willy.

‘Zeg maar Willy’
Precies drie weken voor hij verjaart stapt Willy van der Kuijlen samen met zwager Rini Verleisdonk eetcafé De Verlenging in. Hij draagt geen opvallend pak, felgekleurde schoenen of opvallende print zoals vele hedendaagse vedettes. Nee, Willy heeft een nette pantalon en donkerkleurige schoenen aan en draagt om het opvallend fitte lijf een blouse met daaroverheen een nette trui. Zijn grijze haren zijn keurig naar achter gekamd. Een voorkomen zoals vele net geklede mannen van bijna 70 jaar.

Dat Van der Kuijlen allesbehalve doorsnee is, blijkt al voor hij zich achter zijn versgemalen bakje koffie zet voor een interview met PSV Magazine. Zijn PSV Magazine, al weet Van der Kuijlen dat op dat moment nog niet. Net voordat hij zichzelf wil voorstellen stapt er namelijk één van de veertig gasten die het eetcafé die middag rijk is op Willy af. Een babbeltje met de man, die er zo op het oog niet eens zo gek veel jonger dan Van der Kuijlen uitziet later, steekt Willy zijn hand uit. “Als er mensen langskomen om een praatje te maken, maak ik daar graag tijd voor. Willy van der Kuijlen, maar zeg maar gewoon Willy.”

Willy is PSV
Willy van der Kuijlen. Dat is zeventien seizoenen in het rood-wit en nog veel meer jaren als scout, assistent- en jeugdtrainer van PSV. Dertien keer werd hij clubtopscorer, hij speelde 528 eredivisiewedstrijden voor de club waarmee Van der Kuijlen voor altijd verbonden blijft en scoorde daarin 308 competitietreffers. Tel je al zijn doelpunten in vriendschappelijke en Europese wedstrijden voor PSV daar bij op en je komt tot het even bijzondere als duizelingwekkende aantal van 725. Als international stond hij op het veld met een aantal van de grootste voetballers die Nederland ooit gekend heeft en met PSV won hij zes prijzen waaronder de UEFA Cup in 1978. Hij leerde Ruud van Nistelrooy de fijnste kneepjes van het spitsenvak, net als ‘de echte’ Ronaldo en hij nam Ibrahim Afellay als jeugdspeler bij de hand in zijn weg naar het eerste. De man met vleiende bijnamen als Skiete Willy, De Kuijl en Mister PSV. Het boegbeeld dat nieuwe PSV’ers hun eerste shirt overhandigd. Maar hij is ook gewoon Willy. Dezelfde als hij was vóór hij naar PSV kwam. “Dat is iets wat ik van huis uit heb meegekregen. Hoe goed het ook gaat, altijd met beide benen op de grond blijven staan.”

‘Dan gaat het mooi niet door’
Van der Kuijlen verkaste in het seizoen 1964-1965 van HVV uit Helmond naar Eindhoven. De Amerikanen droomden op dat moment nog van de eerste mens op de maan, de Beatles waren pas net doorgebroken in Nederland en PSV, dat had nog maar vier keer het landskampioenschap mogen vieren. De wereld was totaal anders dan hij nu is. Het voetbal ook. “Ik weet nog dat Ben van Gelder, de voormalig manager van de club, me eigenlijk al een jaar eerder naar PSV wilde halen, maar dat ik dat toen absoluut niet zag zitten. Van hem mocht ik geen jeugdtoernooien meer spelen. Dat vond ik op dat moment het allerleukste wat er was. Ik zei: dan gaat het mooi niet door. Als je me zo graag wil hebben, kom je over een jaar maar terug. Een jaar later stond hij weer voor m’n neus.”

Van der Kuijlen hapt toe. Van Gelder regelt daarbij een baantje bij Philips voor Van der Kuijlen en de eerste stapjes in een halve eeuw PSV zijn gezet. In de beginjaren valt hij al op door zijn vele doelpunten, waarmee hij PSV onder meer behoedt voor degradatie. Op zijn eerste prijs, de KNVB Beker in 1974, moet Van der Kuijlen echter bijna tien jaar wachten. Zijn eerste titel viert hij een jaar later pas. Is het engelengeduld dat hem in Eindhoven houdt? Supporter van PSV was Van der Kuijlen in zijn jeugd immers niet. Hij ging zelfs nooit kijken aan de Frederiklaan.

Het beste voor iedereen
“Ik voelde me al gauw goed hier. Dat heb ik altijd gewaardeerd”, verklaart Van der Kuijlen. “Spelen in het buitenland? Daar was het de tijd niet naar. Dat hoefde ik ook niet. Ik vond het goed hier. Goed genoeg.” Het was vriendelijk en gemoedelijk volgens Van der Kuijlen. “Op z’n Brabants zeg maar.” Zwager Rini: “Toentertijd was het belangrijkste in Nederland om bij PSV, Ajax en Feyenoord te voetballen. Het buitenland telde niet echt.” “En ik ben hier ook gewoon heel goed opgevangen door oudere jongens als Toon Brusselers en Roel Wiersema”, zegt Willy. “Die zeiden meteen: wij zorgen wel voor jou. Dat maakte PSV een fijne club voor me. Ik heb altijd gevonden dat die mensen later te weinig gewaardeerd werden. Net als mijn latere ploeggenoten. Ik werd na mijn carrière vaak in de schijnwerpers gezet, voor hen was er minder plaats. Laat mij maar een keer op de achtergrond blijven, dacht ik weleens. Geef die anderen toch eens de kans om zich nog eens aan het PSV-publiek te laten zien.”

“Dat is de bescheidenheid die hij altijd heeft gehad. Willy wil altijd het beste voor iedereen”, valt Rini bij. “Maar hij vindt ook dat de waardering voor andere oud-spelers de afgelopen jaren groter is geworden. Er wordt niemand meer vergeten.” Van der Kuijlen knikt: “Aandacht voor alle oud-spelers waarmee ik prettig gevoetbald of gewerkt heb. Van Miel Pijs tot Mark van Bommel. Dat maakt me gelukkig.”

Van der Kuijlen als voetballer bij PSV (rechts) Van der Kuijlen als voetballer bij PSV (rechts)

Lach
Als hij samen met Rini die namen van vruuger doorneemt, is helder te zien hoe goed het met Willy gaat. Af en toe zoekt hij wat naar woorden, maar veel meer wordt duidelijk dat hij lekker in zijn vel zit. Echt lekker. De lach laat hem geen moment met rust. De ene keer een glimlach, soms lacht hij zijn tanden bloot. Bijvoorbeeld als hij vertelt dat zijn vader altijd achter de keuze voor PSV heeft gestaan, maar toch ook wel een beetje omdat hij Willy nooit naar Helmondia wilde laten gaan. “Dat vond hij niks. Het kwam er gewoon niet in. ‘Als je dat doet Willy, dan schop ik je het ziekenhuis in’, zei hij.”

Bij tijd en wijlen straalt Willy zelfs. Zijn ogen glinsteren als het over zijn samenwerking met Harry Lubse, Ralf Edström en Kees Rijvers gaat. Of wanneer de UEFA Cup-winst en zijn gewonnen Bronzen Schoen ter spraken komen. Maar misschien nog wel het mooiste is het om Willy fit te zien. “Hij fietst en loopt zo’n drie keer per week”, zegt Rini. “Ik vind het lekker om te doen”, vult Van der Kuijlen hem aan. “Beetje op de gezondheid letten, hoort erbij tegenwoordig hè.” Weer volgt een lach. “Alleen met de kou pas ik een beetje op”, zegt Van der Kuijlen. “Niet altijd”, corrigeert Rini. “Laatst kwam hij op de fiets bij me aan. Zonder handschoenen, terwijl het toch echt bijna vroor. Willy was maar wat blij dat de koffie klaar stond.”

Ouder worden
Met ouder worden heeft Van der Kuijlen geen probleem. “Dat hoort erbij hè, we worden het allemaal”, zegt hij nuchter. Nog altijd staat hij langs de lijn op zoek naar talent voor PSV. Samen met vriend Klaas van Baalen. En meer dan geregeld bezoekt hij wedstrijden van PSV, Jong PSV of andere jeugdteams van zijn club. Hij doet niets liever. Zo af en toe reist hij naar België om zijn kleinzoon Mitchel te zien spelen. “Hij voetbalt in de jeugd van Genk, zit op een internaat en volgens de mensen daar is het een talent. Dat klopt volgens mij wel aardig”, zegt Van der Kuijlen met een knipoog. “Ik sta als een trotse opa langs de lijn als ik hem zie spelen. Zeker niet als scout of trainer. Maar ik ben net zo trots als ik naar Mike en Kevin, die bij RKMSV voetballen, ga kijken. En ook op kleindochter Kelsey ben ik ontzettend trots”, benadrukt Van der Kuijlen.

Heel soms heeft de leeftijd een keerzijde. Een jaar geleden kwakkelde Willy, blessures uitgezonderd, voor het eerst in zijn leven serieus met zijn gezondheid. Rond oktober kwamen de eerste klachten, maar de artsen hadden niet direct een antwoord. Of beter gezegd geneesmiddel. “Dat vond Willy lastig”, zegt Rini. Van der Kuijlen pulkt wat aan zijn trui en staart naar de tafel. “Ik ben heel mijn leven gezond geweest. En als ik ergens last van had, zoals mijn knie, was er direct een oplossing. Nu niet.” Rini: “Willy was er op den duur klaar mee, die ziekenhuizen. ‘Ik ga niet meer, ze vinden toch niks’ zei ‘ie weleens.” In december meldde PSV dat de artsen toch wat hadden gevonden. Een dubbele longontsteking. Willy herstelde voorspoedig, pakte zijn werkzaamheden beetje bij beetje weer op en verlengde afgelopen zomer zijn contract bij PSV als jeugdscout en ambassadeur van de club met vijf jaar. “PSV, dat is nog steeds alles voor me. Het is goed hier.”

Van der Kuijlen feliciteert Jeroen Zoet net na het behalen van de 24e titel Van der Kuijlen feliciteert Jeroen Zoet net na het behalen van de 24e titel

WILLY'S MOOISTE

Honderden wedstrijden, doelpunten en medespelers. Meerdere trainers en prijzen. Wat waren Willy’s mooiste? Met wie had hij dé klik? Van der Kuijlen over de vijf mooiste in zijn eigen loopbaan.

De Wedstrijd
“Dat zou ik echt niet kunnen zeggen. Alles bij elkaar heb ik er misschien wel negenhonderd gespeeld. Dan tel ik heel vroeger en vriendschappelijke wedstrijden ook mee hè. Welke van die uiteindelijk het meest waardevol is geweest weet ik gewoon niet.”

De Trainer
“Kees Rijvers. Die man was zijn tijd ver vooruit. Zowel tactisch als in het persoonlijke. We hadden ooit eens woorden op de training en daardoor ging ik bloedchagrijnig naar huis. Hij ook, dacht ik maar wat deed ie? Hij belde naar huis, naar Nel (Willy’s vrouw, red.). De volgende dag was alles weer goed. Die wist wel hoe je met mensen om moest gaan.”

De Prijs
“De mooiste is zonder twijfel de UEFA Cup in 78. Dat is het hoogste wat ik in mijn carrière heb kunnen bereiken.”
                                                                                                   
De Medespeler
“Ralf Edström. We wisten van elkaar precies wat we moesten doen. Dat had het hele elftal in die tijd misschien wel, maar met Ralf was de samenwerking bijzonder. Hij voelde als het ware aan waar ik de bal wilde hebben en andersom gold dat ook. Die band is nooit weggegaan. Ook nu nog bellen we elkaar geregeld na een wedstrijd van PSV. ‘Het ging weer lekker hè’, roept hij dan door de telefoon. Overigens voelden ook Harry Lubse en ik elkaar echt geweldig aan.”

Het Doelpunt
“Hier in het Philips Stadion tegen Ruch Chorzóv (uit Polen red.) in 1975. Alles ging in ene keer harstikke goed. Ik pakte een bal op de rand van de zestien over unne speler heen met munne rechtse en met munne linkse schoot ik um boven in het kruis. Waarom juist die treffer? Dat is voor mij het kenmerk van mijn tweebenigheid. In de finale van de UEFA Cup tegen Bastia had ik ook zoiets. Eerst schoot ik met rechts op de lat, de rebound daarna met links gelijk in de verre hoek.”

Van der Kuijlen met zijn vrouw Nel Van der Kuijlen met zijn vrouw Nel