‘PSV is een onderdeel van mijn zijn’

‘PSV is een onderdeel van mijn zijn’
12 min

Roy Michael Reymound, zoals het paspoort van Fresku ons vertelt, is een rapper, acteur en cabaretier. Hij werd op 26 oktober 1986 geboren in Eindhoven geldt al jaren als één van de beste en grootste hiphopartiesten van ons land. Zijn hart is van en voor iedere kleur, maar heeft een speciale ruimte voor ons rood-wit. ‘Ik voel mezelf echt PSV’er.'

Dit verhaal stond in de laatst uitgebrachte editie van PSV Magazine. De fotografie is van Nick Bookelaar.

Types
Misschien kennen sommigen hem alleen van zijn typetje(s). Misschien enkel vanwege zijn emotionele oproep voor zijn pasgeboren en voor zijn leven vechtende zoontje via Instagram. Misschien herinner je zijn gezicht van televisie. Misschien ken je alleen zijn portret op Strijp-S. En als je hem niet kent, komt daar nu verandering in.

Fresku groeide op in Eindhoven en Curaçao, waarna hij zich definitief in zijn geboorteplaats vestigde. Hij verwierf bekendheid via zijn muziek, online sketches als Gino Pietermaai, theatervoorstellingen en als tafelheer bij De Wereld Draait Door. Op zijn muzikale palmares prijken vier soloalbums, waarvan de laatste in het najaar van 2019 werd gelanceerd en door critici zijn beste werk tot nu toe wordt genoemd. Verwacht van Fresku geen stereotype rapteksten over vrouwen, wapens, geld of fame. Liever stelt de Eindhovenaar zich kwetsbaar op of zoekt hij naar antwoorden op vragen die in zijn hoofd spelen.

Hoe lang ben je bezig geweest met In het diepe, je nieuwe plaat?
“Ik heb gemerkt dat dat iedere keer wel weer anders is. Met deze plaat ben ik er een jaar of drie, vier bezig geweest. In de periode dat mijn zoontje ziek geboren werd, heb ik alles weggedonderd. Het was voor mij het moment om te zeggen ‘we beginnen helemaal opnieuw’. Ik had geen zin in de entertainende Fresku. Ik voelde niets meer bij de nummers die ik had geschreven.”

Is het maken van je laatste album een vorm van therapie voor je geweest?
“Honderd procent. Misschien komt dit een beetje te macho-achtig over, maar dit is hoe ik het voel. Als er een crisis is of er is ergens frictie, dan wordt een man heel pragmatisch. Je denkt niet uit emotie, maar in doen. Als je zoontje ziek geboren wordt en je kunt niets doen, behalve gewoon kijken en steunen waar je kan, kan dat niet. Ondanks het feit dat ik Liekes (Fresku’s vrouw, red.) hand vasthield, haar steunde en hoopte voor onze zoon, was er iets dat me dwars zat. Ik kon niets doen terwijl ik voelde dat ik iets móést doen. Daarom ben ik de studio ingegaan. Ergens voelde ook dat heel vreemd omdat ik heel erg op mijn nestje gericht was. Maar daar aarde ik niet. Ik moest iets doen.”

Hoe kijk je terug op die periode?
“Met een heel dubbel gevoel. Ik vluchtte voor de pijn, ging in mijn ‘doen energie’. Daardoor kwam de klap veel later aan en ook veel harder binnen. In veel dingen kun je pragmatisch zijn, maar je hart is je hart. Noem het de natuur, noem het god, noem het jouw natuur, noem het het universum, noem het hoe je het wil noemen, vroeg of laat zegt datgene tegen jou: ‘nu ga je even voelen’.  En dat is gebeurd.”

Hoe voelt je hart nu?
“Eén van de nummers op mijn nieuwe plaat is in het Papiamento. Pa Bo So. Dat heb ik helemaal alleen geschreven en kan ik nog altijd niet naar het Nederlands vertalen. Ik praat er ook niet graag over, puur omdat het te veel met me doet. Het is confronterend. Tijdens het allereerste interview na de release van In het diepe wist ik dat nog niet. Ik barstte ineens in tranen uit. Ik was nog helemaal niet klaar om erover te praten. Daardoor heb ik een nieuw muurtje om m’n hart gebouwd. Ik vertel er basaal over.”

Mijn Zoon
In het diepe is het vierde soloalbum van Fresku en inmiddels al miljoenen keren gestreamd via onder andere Spotify. Nog veel meer dan eerst geeft hij in het album een diepe inkijk in zijn gedachten en zijn leven. Een leven dat sinds de geboorte van zijn zieke zoontje vorig jaar volledig is veranderd. In het nummer Mijn Zoon rapt Fresku over hem en hoe hij na zijn geboorte op het randje van de dood verkeerde.

Ik hou mijn hart vast, kijkend naar je hartslag
Wat zouden je kansen zijn als het aan de arts lag
Mijn hoofd neemt die verkeerde afslag
Misselijk van het idee en mijn hart brak.

Kun je ons meenemen in jouw proces rond dit nummer?
“Het nummer stond binnen een aantal uur op papier, geschreven terwijl ik en Lieke in het ziekenhuis wachtten op nieuws. Terwijl Rayaan in het ziekenhuis vocht, vertelde ik over hem in de theaters. Tijdens die voorstellingen heb ik lang niet kunnen spelen zonder dat ik een brok in mijn keel kreeg. Ik denk dat het pas na de helft van de (in totaal zeventig, red.) shows makkelijker werd om Mijn Zoon te performen.”

Het leven van een artiest heeft in die zin grote raakvlakken met dat van een voetballer. Ook zij gaan maar door en door, terwijl om hen heen in de privékring van alles gebeurt.
“Honderd procent. Doorgaan is in die zin een heel mannelijk iets. We kunnen heel goed mediagetraind zijn. Een soort masker opzetten naar de buitenwereld. Je wilt laten zien dat je iemand van ambacht bent. Te allen tijden controle uitstralen.”

In één van je nummers schrijf je dat de grootste haters vaak uit je eigen stad komen. Dat is deze stad.
“Ik moet dat goed uitleggen. Je meest kritische volgers, zijn de mensen waar je van houdt, die dichtbij je zijn of waarmee je je verbonden voelt. Als een Eindhovenaar morgen iets negatiefs doet, denk ik: oh nee, daar gaat ons gezicht. Als PSV slecht speelt denken wij supporters, oh nee hè. Liefde gaat gepaard met kritiek. Onvoorwaardelijke liefde betekent niet geen kritiek leveren. Misschien betekent het zelfs wel juist kritiek uiten. Je allergrootste fans, zijn ook je allergrootste criticasters.”

Houden van betekent soms ook haten?
“Absoluut en dat is ook prima.”

Haat jij soms?
“Nee absoluut niet. Haat moet heel diep zitten. Het zit niet in mij om mensen te haten. Ik probeer keuzes en dingen te begrijpen. Ik ben geen persoon die graag zijn eerste emotie laat zien, zoals dat in een voetbalstadion bijvoorbeeld veel meer gebeurt. Als ik die emotie voel, loop ik liever even weg om na te denken en dan pas te reageren.”

Denk jij dat iedere supporter, iedere Eindhovenaar weet wie jij bent?
“Ik ging laatst in de stad de sterkte van mijn ogen op laten meten en terwijl ik de opticien binnenliep, zag ik mensen kijken en smiespelen. Niks aan de hand verder. Toen ik later terugging om de bril op te halen waren er opnieuw mensen aan het wijzen en smiespelen. Ik hoorde ze op een gegeven moment zeggen ‘zie je wel! Het is hem echt.’ Haha. Maar ik loop ook weleens anoniem door de stad.”

Voordat hij doorbrak als Fresku, was Roy vooral bekend via zijn online alter ego Gino Pietermaai. Een typetje dat zich nog het best kenmerkt als een wat doelloos hangende en kattenkwaad uithalende jongere. Naar eigen zeggen gebaseerd op het straatbeeld in Eindhoven van tien jaar geleden. Een type dat haaks lijkt te staan op de persoon die Roy in werkelijkheid is.

Vind je het belangrijk hoe mensen jou zien?
“Ik zou willen dat ik zou kunnen zeggen van niet. Maar helaas, ik vind het wel belangrijk. Ik vecht wel tegen dat gevoel want het remt me in creativiteit. Aan de andere kant zie je soms artiesten, en dat geldt misschien ook wel voor voetballers, een te perfecte versie van zichzelf worden. Ook daar wil ik voor waken. Het leuke aan hiphop vind ik dat je, in tegenstelling tot meer commerciële genres, meer kunt zeggen. Je mag letterlijk de taal van de maatschappij spreken. Een tekst als: ‘bende gij wel ooit met oe maten op Stratumseind geweest en op de vuist gegaan toen iemand zei ‘wa hedde gij gezegd, wa kijkte gij lillijke flikker?’ Ik stamp oe op oe bakkes dalijk’ zal nooit op de radio gedraaid worden, maar het is precies de taal van de straat en ik wil dat ook die taal een plaats heeft in de muziek.”

Wat maakt Eindhoven de plek waar je altijd terug zal komen?
“Dit is wat ik ken. Het is misschien heel simpel. Ik ben hier geboren en zelfs toen ik naar Curaçao ging (waar Fresku een gedeelte van zijn jeugd woonde, red.) kwam ik terug naar Eindhoven. Amsterdam en Rotterdam, de andere kanten van Nederland ben ik pas gaan leren kennen toen ik doorbraak. Voor mijn carrière moet ik er soms komen, maar dat ik überhaupt een carrière heb, is door hier. In één van mijn tracks zeg ik: ‘waar val je op terug als je je basis verwaarloosd?’ Er komt een moment dat je niet meer stijgt of dat je valt. Als je dan je basis niet meer hebt, dan val je heel hard.”

Een uitvergroot portret van Fresku op Strijp-S Een uitvergroot portret van Fresku op Strijp-S

Kom je vaak bij PSV?
“De eerste keer, was de meest bijzondere. Ik was een jaar of vijftien en kwam hier via het pasje van één van de jongens binnen. Zelf scanden ze, gingen ze naar binnen, de trap op en dan lieten ze ‘m vallen voor de volgende. Dat kan nu natuurlijk helemaal niet meer, maar toen wel. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik echt lazarus was. Voor het eerst hier en meteen helemaal van de kaart. Verder ben ik hier een paar keer met vrienden geweest en een keer met Ali B, destijds zaakwaarnemer van Abel Tamata. Ik zit nu in een fase van mijn leven dat ik steeds bewuster met m’n energie om moet gaan. Eigenlijk een perfecte periode om vaker naar hier te gaan.”

Hou je van voetbal?
“Ik heb periodes gehad dat ik er écht in zat. Nu volg ik. Ik voel mezelf echt PSV’er. Ik ben een Eindhovenaar in hart en nieren. Daar hoort PSV bij. Ooit toen ik in Amsterdam optrad, had ik een trui over mijn PSV-shirt aangetrokken. Toen ik opkwam keek ik het publiek in en zei: ‘jongens ik voel me echt thuis hier, ben ik hier thuis als Brabander?’ Iedereen: ‘ja, ja ja’. Ik: ‘Ooh fijn’ en ik trok mijn trui uit. Op zulke momenten ga ik helemaal stuk. PSV is een onderdeel van mijn zijn.”

PSV geeft je identiteit?
“Honderd procent. Het is onlosmakelijk verbonden. Zelfs in Curaçao.”

Op Strijp-S ben je vereeuwigd op de spoormuur mét PSV-shirt aan.
“Haha, ja dat klopt. Echt vet.”

Veel rappers dragen in hun clips shirts van hun favoriete voetbalclubs. Ook jijzelf. Waarom?
“Het gaat helemaal terug naar rituelen. Kijk in Afrika. Tijdens oorlogen, bepaalde rituelen, zelfs bij uitvaarten draait het allemaal om wat je draagt. Ik denk dat hiphop dat ook heel erg heeft. In hiphop proberen artiesten, ik zelf ook, een uitvergrote superversie van hun karakter te laten zien. Dat hoort hier bij.”

Wat kan jou nog ontroeren als je over straat loopt, hier in Eindhoven?
“Tegenwoordig doe ik het niet veel meer, maar ik hield er echt van om de bus nemen. Ik vond het zelfs bijna jammer om uit te stappen omdat ik ervan genoot ergens een hoekje te pakken, m’n capuchon op te doen en gewoon te kijken naar de mensen en hoe ze met elkaar omgingen. Dan zie je hoe iemand die er heel stoer uitziet een zwangere of oudere vrouw ziet binnenkomen, opstaat en haar zijn plaats aanbiedt. Dat soort dingen vind ik mooi en dat zie je met name hier in Eindhoven. We ogen heel lomp, soms ruig ook, maar uiteindelijk zijn we hele lieve mensen.”

Hoe kijken de mensen voor wie jij optreedt naar jouw stad?
“Ik durf te zeggen dat er zonder Eindhoven en zonder Brabant geen hiphop bestond zoals we die nu in Nederland kennen. Het eerste hiphoplabel heette DJAX Label en komt uit Eindhoven. Daar praat niemand over. Van daaruit zijn er heel veel stromingen in de Nederlandse hiphopwereld ontstaan, waaronder ook Top Notch. Het grootste, bekendste label in onze wereld.”

Hoe zou jij een Eindhovenaar typeren?
“Familiair en echt. Soms ogen we lomp, doen we lomp en praten we lomp. Maar wel vanuit het goede. Vanuit het familiaire. Daardoor kom we ook met veel weg en dat is iets goeds. Dat kan de wereld wel een beetje meer gebruiken.”