Een memorabel weekje Indonesië

Een memorabel weekje Indonesië
7 min

Iedere zomer en winter trekt de selectie van PSV erop uit voor een trainingskamp. Vrij dicht bij huis, maar soms ook ver weg en buiten Europa. De trip naar Orlando van januari 2018 bijvoorbeeld. Een bijzonder trainingskamp was dat van januari 1996 in Indonesië, voormalig kolonie van Nederland en vandaag de dag een populaire vakantiebestemming onder onze landgenoten. Aanvoerder van toen Arthur Numan en Teammanager Mart van Den Heuvel blikken terug.

Wat eens d'Oude Glorie
Dit verhaal komt uit de rubriek 'Wat eens d'Oude Glorie' van het PSV Magazine. Daarin rakelen we momenten uit de ode doos op. Om terug te blikken op bijzondere mijlpalen, wedstrijden, gebeurtenissen of gewoon omdat het een mooi verhaal is uit de historie van PSV.

Van den Heuvel was destijds verzorger bij PSV. “Dick Advocaat was trainer en dat klikte perfect met deze selectie. Het was een hele hechte groep. Man, wat hebben we gelachen en plezier gehad. Die jongens konden alles van elkaar hebben, maar er werd ook hard gewerkt.” Een van de gangmakers bij het PSV van toen, op dat moment de nummer twee van Nederland, was aanvoerder Arthur Numan. De linksback speelde meer dan 175 duels voor PSV in de Eredivisie en maakte de nodige reizen mee. De Indonesië-trip staat nog scherp op zijn netvlies. Bij het zien van een aantal foto’s - waaronder een van een gammele bus waarmee PSV het land door trok - begint hij te lachen en komen de herinneringen boven.

In de greppel
“Ja, dat was ‘m. Met twee kleine busjes werden wij in die tijd overal naartoe gebracht. Op een gegeven moment reden we naar het trainingsveld - in hoeverre je dat een trainingsveld kon noemen - en de rechterkant van de bus kwam in de greppel terecht waardoor hij kantelde. Je rijdt daar echt in de rimboe hè, echt in the middle of nowhere. We schrokken ons helemaal rot. De eerste die buiten stond was Advocaat. Die zat voorin in de bus, maar wist niet hoe snel hij eruit moest komen. ‘Dat is ook lekker dan’, zeg ik tegen hem. ‘Het is net als bij een zinkend schip: de kapitein verlaat als laatste het busje, maar jij gaat er als eerste uit!’ We zaten te gieren van het lachen daar.”

Ronaldo
Aan een goede sfeer in elk geval geen gebrek bij het sterrenensemble van PSV. De selectie bestond dat seizoen hoofdzakelijk uit Nederlandse voetballers. Van de jonge Boudewijn Zenden, tot de ervaren en geslepen Jan Wouters en Wim Jonk. De meeste aandacht vanuit de lokale bevolking ging echter uit naar een Braziliaan. Ronaldo Luis Nazário de Lima was tijdens het trainingskamp nog maar net negentien jaar oud, maar werd in Zuidoost-Azië op handen en voeten gedragen. Numan: “Het was echt nog maar een jong ventje toen. Internationaal was hij nog niet eens heel bekend, kun je nagaan. Maar iedereen zag toen al wat hij in huis had. Ronaldo heeft zich bij ons natuurlijk geweldig ontwikkeld.”

Klimmen en klauteren
De Braziliaan sukkelde op dat moment al met blessures, maar dat hij na het trainingskamp nog maar één competitiewedstrijd voor PSV zou spelen voordat hij naar FC Barcelona vertrok, wist toen nog niemand. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik denk dat die Indonesiërs helemaal niet wisten wie wij waren. Zij vonden het gewoon prachtig dat er een Europese club langskwam”, gaat Numan verder. Daar is Van den Heuvel het niet mee eens. “We waren toch wel aardig bekend hoor. Zo werden we in ieder geval wel behandeld.” Bekend of niet, de belangstelling was in ieder geval groot. “Dat zie je alleen al als je naar die foto’s kijkt, maar ik kan me die wedstrijden in die stadions ook nog wel herinneren. Dan keek je een beetje om je heen, zag je ineens allemaal jonge Indonesiërs in de omliggende bomen zitten. Daar waren ze dus ingeklommen om ons te zien spelen! Ze konden nét over de tribunes kijken.”

Kaartje
“Fabertje, Valckx, Nilis, Björn van der Doelen, die kleine Zenden, Waterreus, Harry van Raaij. Was die toen penningmeester, Van Raaij?” Van den Heuvel denkt hardop als hij door het fotoalbum bladert. Hij neemt ruim de tijd en bestudeert aandachtig wanneer hij een beroep doet op zijn geheugen. “We waren daar in de regentijd. Het was heel slecht weer. We zouden ook gaan varen daar, maar dat werd afgelast vanwege het weer. Wie heeft deze foto’s eigenlijk gemaakt? Volgens mij was er een fotograaf vanuit PSV met ons mee. Het lijken wel foto’s die iemand daar (een local, red.) gemaakt heeft en vervolgens naar ons heeft opgestuurd.” Die veronderstelling blijkt te kloppen, getuige een kaartje in het fotoalbum.

Vleermuizen en kakkerlakken
“Dit was een mooi hotel zeg, poeh. In Surabaya was dat. Alles was daar goed geregeld en het eten was perfect”, zegt Van den Heuvel als hij nog maar eens een bladzijde omslaat. Maar PSV bleef niet alleen in de hoofdstad van Oost-Java. Na een paar dagen trok de selectie erop uit. Sulawesi was de volgende bestemming. “Dat hotel was zó vies. De spelers durfden daar geen vlees te eten omdat ze bij God niet wisten wat hen werd voorgeschoteld. We hadden sterk het vermoeden dat ze vleermuizen serveerden”, gaat de teammanager van PSV verder. Aanvoerder Numan stond op z’n zachtst gezegd ook niet te springen. “Ik ben sowieso al een beetje huiverig als het gaat om eetgewoonten in het buitenland. Als ik al een beetje twijfel, laat ik mijn bord lekker staan.” Van den Heuvel: “Ik had zelf tomatenketchup en jam meegenomen. Een tijdje hebben we dat maar gegeten, want we vertrouwden het niet.“ Numan: “We zaten daar ook in een hotel in de bergen. Daar liepen natuurlijk allemaal kakkerlakken en andere insecten rond. Niks voor mij. Maar goed, dat hoort er daar een beetje bij hè.”

Een uurtje vliegen
Het had niet veel gescheeld of die vleermuizen- en kakkerlakkenellende in Sulawesi was de spelers bespaard gebleven. Die vlucht duurt van A naar B normaliter ongeveer een uur, maar het liep op een zekere dag in januari 1996 even net iets anders. “Ik zie ons nog zitten in dat kleine vliegtuigje. We gingen bijna landen tot er ineens werd omgeroepen dat we onze riemen moesten vastmaken. Dat vliegtuig ging alle kanten op, we schrokken ons rot. De landingsbaan lag tussen twee bergen in en het was verschrikkelijk slecht weer. Door het onweer, de regen en de stevige wind werden wij werkelijk waar alle kanten opgesodemieterd. Mijn hart zat in mijn keel en het was doodstil in het vliegtuig. We konden echt niet landen, dus we zijn volgens mij maar weer teruggevlogen naar waar we vandaan kwamen. Man, het zweet stond echt onder m’n oksels. Niet normaal”, herinnert Numan zich nog goed.

Philips
PSV ging niet zomaar naar Indonesië. Toenmalig hoofdsponsor Philips speelde een grote rol in het besluit om ver van huis te gaan. Vanuit marketingoogpunt was Indonesië erg interessant. De selectie bezocht onder meer één van de Philips-fabrieken die het land kende. Van den Heuvel: “Philips ging daar bijvoorbeeld over straat- en stadionverlichting. Laat ik zeggen dat het commercieel in elk geval een goed trainingskamp was.” Ook de woorden inspirerend en plezierig vallen, maar wanneer het over de voetbalfaciliteiten gaat is de toon minder positief. “Dramatisch, echt dramatisch. Het gras stond zo hoog dat het leek alsof er weken niet gemaaid was. Dat we in het regenseizoen zaten, droeg vanzelfsprekend ook niet echt bij. Frank Arnesen was drie, vier maanden eerder gaan kijken. ‘Fantastisch, fantastisch!’, zei hij. Maar ja, toen was het hartstikke goed weer.”