Stefan de Vrij is blij om voor even terug te zijn in Nederland. Dat vertelde de oud-Feyenoorder dinsdagavond in het Philips Stadion, waar hij zei uit te kijken naar de ontmoeting met PSV. “Er zal een hele mooie sfeer zijn in het stadion.”
Indruk
Op de persconferentie blikte de Inter-verdediger vooruit op de ontmoeting met PSV, een ploeg waarvan hij onder de indruk is. “Ik heb ze gevolgd en PSV is gewoon heel goed bezig. Ze hebben alleen van Barcelona verloren, dat is geen schande volgens mij. Met De Jong heeft PSV een spits die heel veel vuil werk opknapt en om hem heen staan twee snelle buitenspelers. Bovendien is PSV een hecht team en schijnt de sfeer hier op Champions League-avonden nog intenser zijn dan het normaal al is.”
10-0
De Vrij kent het Philips Stadion uiteraard goed. Als speler van Feyenoord speelde hij er, onder andere toen PSV met 10-0 van Feyenoord won. “Het is niet iets om over op te scheppen, dus nee dat heb ik mijn ploeggenoten niet verteld. Het is één van de slechtste herinneringen die ik van mijn carrière heb. Maar ik heb hier ook weleens gewonnen.”
Ingespeeld
Als Inter dat opnieuw doet boekt het de vierde zege in successie en dat terwijl De Vrij met zijn ploeg een moeizame start had. “We hebben veel nieuwe spelers, onder wie ik en jongens die wat later terugkwamen van het WK. Het was een beetje zoeken in het begin, maar je merkt dat we inmiddels beter op elkaar zijn ingespeeld.”
Hand van Van Bommel
Luciano Spalletti is daar verantwoordelijk voor. De Italiaanse oefenmeester spreekt met respect over PSV en ziet de hand van Mark van Bommel terug bij de ploeg. “PSV is een fysiek sterk elftal met spelers die individueel het verschil kunnen maken. Je ziet ook het karakter van Van Bommel terug in de ploeg. Hij wist als geen ander dat bepaalde momenten enorme impact kunnen hebben op een duel. Dat heeft hij zijn spelers bijgebracht.”